FAQ

Met een beperkte tweedegraads lesbevoegdheid mag je lesgeven in het vmbo-TL en de onderbouw van havo en vwo (eerste drie leerjaren).

Er zijn twee momenten waarop gestart kan worden.
Optie 1: in Q1 met Onderwijskunde (EA1X0) en dan in Q2 Vakdidactiek (EN1X1, EW1X0, ES1X0, EI1X0) en in Q3 stage (EA2X0).

Optie 2: in Q2 Vakdidactiek (EN1X1, EW1X0, ES1X0, EI1X0) en in Q3 stage (EA2X0) en in het volgende collegejaar kan in Q1 Onderwijskunde (EA1X0) gevolgd worden.

Voor TBK en BMT geldt de aanvullende eis dat je ook het vak 2WF40 (Set Theory and Algebra) in je planning moet opnemen. Dit vak moet je doen voordat je start met de verdiepende stage (EA3X6).

De reguliere instroommomenten voor de master SE zijn september en februari. Voor interne doorstroom (bachelor naar master) is in overleg een ander startmoment mogelijk. Het is verstandig hierover een afspraak te maken.

Voor een educatieve master betaal je het reguliere collegegeld. 

Ja, dat kan. Vrijstelling moet je aanvragen bij de examencommissie van je bacheloropleiding. Als je bent vrijgesteld van de USE leerlijn, dan geldt nog steeds dat je naast het coherent pakket ten minste 5 met een USE-logo aangemerkte activiteiten van Studium Generale dient te volgen. Dit is het vak SG100 in Osiris.

Het is zeker mogelijk om binnen drie jaar je Bachelor en een tweedegraads bevoegdheid te halen. Het is belangrijk dat je voldoende vrije ruimte in je rooster houdt voor je stage. De stageschool denkt namelijk niet in tijdsloten en de lessen die je geeft/bijwoont zijn niet allemaal aansluitend. Daarnaast kan het reizen naar je stageschool veel tijd en energie kosten.

Kijk onder het kopje planning en in de plan-app (Osiris)

Ja, dat kan. Kijk onder het kopje Educatieve Module

Als je bachelor niet in de verwantschapstabel wordt genoemd, kun je helaas geen tweedegraads bevoegdheid halen. Dit is bepaald door het ministerie van OCW. De ESoE probeert om meer opleidingen te laten opnemen in de tabel.

Ja, die mogelijkheid bestaat in de vorm van maatwerk. In de OER worden hiervoor richtlijnen gegeven, het is uiteindelijk aan de examencommissie om vrijstellingen te verlenen op basis van eerder behaalde resultaten in onderwijs of onderzoek. Je zult e.e.a. ook goed moeten afstemmen met je promotor.

De studie wordt volledig in het Nederlands gegeven. Studenten halen een lesbevoegdheid om op (Nederlandse) middelbare scholen les te geven. Het kan daarbij wel voorkomen dat studenten op internationale of tweetalige scholen stage lopen of werkzaam zijn. Het BITEP (Bilingual Teacher Education Programme) in Utrecht en de IB (International Baccalaureat) in Leiden hebben een Engelstalige opleiding en leiden specifiek op voor internationale scholen.

Het is mogelijk om een dag het onderwijs aan de lerarenopleiding mee te volgen. In overleg met scholen kan ook een dag met een docent (in opleiding) meegelopen worden. Dit vraagt echter om wat organisatie, dus als je dit wilt, neem contact op met de opleidingscoördinator (esa.esoe@tue.nl) voor verdere informatie.

Het is mogelijk om meerdere bevoegdheden te halen, maar niet tegelijkertijd. Een tweede (eerstegraads) bevoegdheid kan gevolgd worden nadat je de master SE hebt afgerond. Je krijgt dan geen tweede masterdiploma, maar wel een certificaat waarop de bevoegdheid is vermeld. Voor de tweede bevoegdheid worden enkele algemene vakken (zoals Onderwijskunde en Education Design Research) vrijgesteld. De vakgerelateerde vakken (meestal moeten deficiënties weggewerkt worden), vakdidactiek en stage moeten uiteraard wel gevolgd worden, ditmaal voor het nieuwe schoolvak waarvoor de bevoegdheid behaald wordt. De opleidingscoördinator kan nagaan wat dit betekent voor jouw studieovereenkomst.

Nee, de Master Science Education is een 2-jarige voltijdstudie. Er zijn wel mogelijkheden om de studie te combineren met een baan in het onderwijs (bijvoorbeeld via zij-instroom). Woensdag is de vaste onderwijsdag van de lerarenopleiding. Als je de opleiding wil combineren met een baan is een goede planning noodzakelijk.

Bij de Master Science Education is woensdag de vaste dag waarop colleges gevolgd worden. Als je nog extra vakken moeten volgen voor voldoende vakinhoudelijke kennis (deficiënties wegwerken) zul je vaak college hebben op andere dagen en bij andere faculteiten van de TU/e. Ook kun je vakken volgen via on-line of blended learning programma’s zoals Beta4All (die meestal op vrijdagmiddagen contactmomenten hebben). De overige dagen worden gebruikt om stage te lopen op een middelbare school en voor zelfstudie.

Indien je niet direct toelaatbaar bent tot de Master Science Education volg je een schakelprogramma waarmee je het bachelorniveau bereikt. Dit programma volg je aan een van de faculteiten van de TU/e en zal bestaan uit relevante vakken voor je specialisatie (het schoolvak dat je kiest). Het schakelprogramma dient volledig afgerond te worden alvorens je aan de master kan beginnen (harde knip).

Dit hangt af van je achtergrond (diploma’s, competenties en ervaring in het onderwijs) en het gekozen schoolvak. De brochure van 'Universiteiten van Nederland' beschrijft de vakinhoudelijke bagage die mag worden verwacht van een academisch opgeleide eerstegraads leraar in het voortgezet onderwijs. Voor elk schoolvak is er een overzicht gegeven van de omvang en de inhoud van de vakopleiding. De opleidingscoördinator maakt in overleg met de vakdidacticus voor elke individuele student een studieovereenkomst, die door de examencommissie moet worden goedgekeurd.

Voor de stages heeft de ESoE afspraken met opleidingsscholen. De secretaresse zal in samenwerking met de stagecoördinator de juiste match proberen te maken tussen jou en een school, rekening houdend met jouw wensen. Vervolgens neem je zelf contact op met de school om kennis te maken en afspraken te maken. Er wordt altijd een stageovereenkomst opgesteld, die wordt ondertekend door jou, de begeleider op school (WPB) en de stagecoördinator.

De Educatieve Minor bestaat uit twee keuzepakketten: (1)  Aankomend Tweedegraads lerarenopleiding (onderwijs oriënterend pakket ) en (2)  Aansluitend Tweedegraads lerarenopleiding (onderwijs verdiepend pakket). Je loopt twee keer stage, bij voorkeur op twee verschillende middelbare scholen. De oriënterende stage vindt plaats in het 3e kwartiel.  De verdiepende stage kan ingepland worden in overleg met de middelbare school en de stagecoördinator. Gedurende het collegejaar kan de verdiepende stage in twee aansluitende kwartielen gepland worden. De intervisie vindt in dezelfde kwartielen plaats (onder dezelfde vakcode als de stage EA3X6).